Zweefvliegen

Wat?

Zweefvliegen is een natuurvriendelijke sport, het is vliegen met een vliegtuig zonder motor, maar met behulp van warme opstijgende lucht, "thermiek" genoemd. Zo 'n thermiekbel kan je je voorstellen als een warme luchtballon zonder omhulsel. Thermiek ontstaat doordat de zon - via het aardoppervlak - de lucht plaatselijk sterk verwarmt.

Afhankelijk van de luchtvochtigheid ontstaat boven zo'n "thermiekbel" een cumuluswolk. Dat zijn de typische mooi-weer bloemkoolwolken, die op warme en vochtige dagen ook wel eens kunnen uitgroeien tot onweders. Die cumuluswolken gaan wij opzoeken omdat het eigenlijk de wegwijzers zijn naar de opstijgende lucht waarin wij met ons toestel gaan ronddraaien om hoogte te winnen om vervolgens ons te verplaatsen in de gewenste richting.

Voor we aan onze zoektocht naar stijgende lucht kunnen beginnen moet natuurlijk het toestel eerst opgebouwd worden en vervolgens moet dan het toestel ook van de grond geraken. Een zweeftoestel wordt tot ongeveer 500 meter in de lucht gebracht. Dit kan op twee manieren.

Hoe?

Lier

In Zutendaal worden de zweefvliegtuigen niet in de lucht gebracht door een trekkend vliegtuig maar wel door een lier.

Hierbij wordt een lange kabel, met aan één uiteinde het toestel en aan het andere een oprolmechanisme, snel opgerold. De werking van een lier kan je vergelijken met het snel oprollen van het touw van een windvlieger. Eens dat het zweeftoestel op 500 m hoogte is, lost de kabel en wordt deze weer helemaal opgerold.

De keuze om met een lier te werken in Zutendaal is een natuurbewuste keuze. Je hebt hierbij geen geluidsoverlast voor de omwonende en er wordt zeer weinig brandstof verbruikt. Het lieren is dus een natuurvriendelijke en ook budgetvriendelijke manier om in het groenste snoepje te kunnen profiteren van al dat moois wat de natuur te bieden heeft. 

Ik hoef nu ook niet te vertellen denk ik dat zweefvliegen een teamsport is. Want zonder de hulp van vele handen is het onmogelijk het toestel te monteren of het toestel in de lucht te brengen.

Sleepvliegtuig

Bij het sleepvliegtuig wordt er een kabel tussen het trekkende vliegtuig en de zwever gespannen. Het trekkende vliegtuig brengt de zwever dan in een 10tal minuten tot een hoogte van 500m. 


Soorten toestellen

Je hebt verschillende soorten zweefvliegtuigen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vluchten met toestellen met 15-meter spanwijdte en de grotere. Dit komt omdat de prestaties die je kan leveren toestelafhankelijk zijn. Zo heb je 4 klasses van toestellen. De clubklasse (toestellen tot 15 meter), de standaardklasse, de open/ren klasse en de motorklasse. In Zutendaal wordt er met deze vier klasses gevlogen.

Competitie

In het zweefvliegen in België worden verschillende wedstrijden georganiseerd.

Bij elke wedstrijd is het van belang een parcours te vliegen, afhankelijk van het weer, dat wel tot enkele honderden kilometers lang kan zijn. Per klasse wordt er een ander parcours bepaald door de wedstrijdjury.

Je hebt wedstrijden die op één of meerdere op voorhand vastgelegde dagen gevlogen worden. Zo heb je het Belgisch kampioenschap of de beker van Vlaanderen. Bij deze wedstrijden moeten de deelnemers zelfs zo snel mogelijk hun afstand of parcours vliegen.

Daarbuiten heb je ook de Charron on line.

Dit is een wedstrijd die je als zweefpiloot kan vliegen op welke dag dan ook. De gegevens van de vlucht worden in een officieel log bestand geregistreerd. Deze wedstrijd heeft als doel a. het bevorderen van het prestatievliegen in de zweefvliegclubs en b. het waarderen van de prestaties, geleverd door de piloten in de aangesloten clubs. Deze wedstrijd wordt ieder jaar georganiseerd door de Liga van de Vlaamse Zweefvliegclubs. (LVZC)

Leren zweefvliegen

Iedereen vanaf de leeftijd van 14 jaar kan aan een zweefvliegopleiding beginnen. Vanaf 16 jaar mag men al solo vliegen en dit kan je blijven doen zolang men aan de medische vereisten voldoet. Ons oudste lid is geboren in 1939 en hij is begonnen met zijn opleiding in 2010! Je bent dus nooit te oud om te leren zweefvliegen. Je kan zowel met de praktische als met de theoretische opleiding beginnen. Deze laatste vindt plaats in het minder drukke naseizoen.